Pensioen

Pensioen, klinkt misschien saai. Het kan zo nog jaren duren voordat je met pensioen gaat. Toch is het belangrijk om er alvast over na te denken. Ook al lijkt het ver weg, het is wel cruciaal om dit goed geregeld te hebben. Je wil je op je oude dag niet continue zorgen maken om geld. Iedereen die werkt bouwt pensioen op. Zo ook flexkrachten. Wist je dat er voor flexkrachten een speciale pensioenregeling is? Misschien zeggen de termen basis- en blusregeling je wel wat. Hieronder leggen we meer uit over de basis van pensioen en pensioen voor flexkrachten.

Basis van pensioen

​Laten we even stilstaan bij de basis van pensioen. Na het kijken van bovenstaande video weet je al een beetje wat pensioen is. Maar welke soorten pensioen zijn er?

Pensioen ontvang je op het moment dat je stopt met werken. De meeste mensen stoppen met werken zodra ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Pensioen is het inkomen dat je vervolgens ontvangt om jezelf te voorzien in basisbehoeftes. De Rijksoverheid zorgt dus voor een basispensioen. Dit is geregeld in de Algemene Ouderdomswet (AOW). Je hebt recht op een AOW als je in Nederland woont of werkt.

Naast het basispensioen kun je een aanvullend pensioen ontvangen. Dit bouw je op als je werkgever is aangesloten bij een pensioenuitvoerder. Daarnaast kun je ook zelf pensioen opbouwen door spaargeld op zij te leggen of door ergens geld in te investeren.

In Nederland bestaat je pensioen dus uit drie delen:

• AOW
• Pensioen door pensioenuitvoerders
• Pensioen dat je zelf regelt
  

Pensioen voor flexkrachten

En dan flexkrachten. Deze bouwen natuurlijk ook pensioen op. Een flexkracht bouwt vanaf 18 jaar pensioen op bij StIPP (Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten). Vanaf de eerste dag van de maand waarin de flexkracht achttien wordt, heeft de flexkracht recht op pensioen.

StiPP kent twee pensioenregelingen: de Basisregeling en de Plusregeling.

Basisregeling

Een flexkracht start in de Basisregeling en blijft maximaal 52 weken in de Basisregeling. Alleen de weken waarin de uitzendkracht daadwerkelijk heeft gewerkt, worden meegeteld. Het uitzendbureau draagt 8% af aan premie voor het pensioen en de flexkracht bouwt 7,4% pensioen op in het 'pensioenpotje'.

Plusregeling

Na 52 gewerkte weken maakt de flexkracht de overstap naar de Plusregeling. De flexkracht moet hierin ook zelf een bijdrage doen aan de pensioenpremie. De premie voor de plusregeling is 12%, waarbij het uitzendbureau 8% voor zijn rekening neemt. De overige 4% is dus voor de flexkracht zelf. Afhankelijk van de leeftijd van de flexkracht wordt er een bedrag gereserveerd in het potje voor pensioen.

Leuk dat zelf betalen, maar zit er ook nog een voordeel in voor de flexkracht? Ja, zeker! In de Plusregeling wordt er meer pensioen opgebouwd dan in de Basisregeling. Daarnaast hebben gehuwden en geregistreerde partners recht op een partnerpensioen.

Als de uitzendkracht arbeidsongeschikt raakt, zijn er ook voorwaarden opgesteld om over het deel dat de flexkracht arbeidsongeschikt is, pensioen op te bouwen. StiPP neemt dan de betaling van de premie over het gedeelte van de arbeidsongeschiktheid over.

Leer meer over pensioen en andere onderwerpen uit de flexbranche met Modulaer.