Banner nieuwe cao
/ Inspiratie / Nieuwe cao voor uitzendkrachten

Flexbranche

Nieuwe CAO voor Uitzendkrachten juli 2023

In en voor de flexbranche

Er staat weer veel te gebeuren in Uitzendland. De nieuwe cao treedt per 1 juli met terugwerkende kracht in werking. Het uitzendbeding gaat op de schop, de inlenersbeloning wordt aangepast en er moet rekening worden gehouden met de relevante werkervaring van uitzendkrachten. Genoeg zaken om rekening mee te houden en tijd om je voor te bereiden. Is jouw organisatie al voorbereid?

Uitzenders, een bijzonder volk ;). Vol passie en enthousiasme gaan ze aan het werk om de perfecte match te vinden. Dit om een steentje bij te dragen in de loopbaan van mensen en hen aan de perfecte baan te helpen. Een nobel streven vanuit een prachtige maatschappelijke betrokkenheid. Met de krappe arbeidsmarkt is het geen wonder dat intercedenten hun handen vol hebben. Denken aan wat er allemaal gaat veranderen, dat gaat er soms bij in zitten.

Juist omdat het door de hectiek sneller vergeten wordt, is het belangrijk om je voor te bereiden. En nee, niet over 4 maanden pas, als de cao bijna ingaat, maar nu! We weten ondertussen wat er gaat veranderen, dus tijd om je voor te bereiden. We vertellen je in deze blog wat er gaat veranderen in de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten.

Waar moet je rekening mee houden vanaf 1 juli 2023?

Arbeidsongeschiktheid

Bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding geldt van 1 juli niet langer: ziek = einde overeenkomst. Het uitzendbeding kan niet meer worden ingeroepen bij ziekte (wegens en tijdens ziekte). De uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt dus niet meer bij ziekte. Ook niet als de opdrachtgever opzegt bij een ziekmelding. In geval van arbeidsongeschiktheid loopt de overeenkomst door tot de overeengekomen einddatum.

Deze verandering van arbeidsongeschiktheid heeft flink wat voeten in aarde en bovenstaande is slechts een beknopte samenvatting. Daarom hebben we daarom over dit onderwerp een aparte blog geschreven. Lees deze blog hier.

Inlenersbeloning

Voor wat betreft de elementen van de inlenersbeloning veranderen ook een aantal zaken. We krijgen er (nog) geen nieuwe elementen bij, maar er worden wel elementen uitgebreid. Het gaat om de elementen toeslagen, kostenvergoedingen en periodieken.

Toeslagen

Vanaf 1 juli hebben uitzendkrachten recht op alle toeslagen.

Kostenvergoedingen

De uitzendkracht heeft recht op alle kostenvergoedingen ongeacht of deze vrij van loonheffing en premies kunnen worden uitgekeerd volgens de Belastingdienst. Het deel wat niet vrij van loonheffing en premies kan worden uitgekeerd, wordt bruto uitgekeerd. Als je als uitzendbureau gebruik maakt van de WKR of andere fiscale regelingen, dan betekent dit dat het brutobedrag dat is ondergebracht in de WKR, ook het nettobedrag is.

Periodieken

Periodieken voor de uitzendkracht moeten worden toegekend, op dezelfde manier als de inlener voor het eigen personeel doet. Gaat dit bij de inlener op basis van een beoordeling? Dan geldt dat ook voor de uitzendkracht. Als er geen beoordeling is of deze niet op tijd wordt gedaan met de uitzendkracht, dan krijgt de uitzendkracht altijd alsnog een periodieke verhoging toegekend. Voor de hoogte van de periodiek kijk je naar de gemiddelde score van alle beoordelingen bij de inlener. Een periodieke verhoging is niet van toepassing als kan worden aangetoond dat de uitzendkracht een negatieve beoordeling heeft gekregen volgens de regels en procedures van de opdrachtgever.

Transitievergoeding (let op: geldt vanaf 1-4-2023)

Als de uitzendkracht recht heeft op transitievergoeding, moet je als uitzendorganisatie de transitievergoeding direct uitbetalen bij het einde van het dienstverband en uiterlijk binnen een maand na het einde van het dienstverband. Gebeurt de uitbetaling later, dan moet je hier als uitzendorganisatie wettelijke rente over betalen. Op het moment dat je als uitzendorganisatie de transitievergoeding niet uitbetaald, kan de uitzendkracht een verzoek doen tot uitbetaling. De uitzendorganisatie moet hier gehoor aan geven, want die had in eerste instantie de vergoeding al uit zichzelf moeten betalen.

De periode waarin de uitzendkracht nog aanspraak kan doen op de transitievergoeding, is nu 3 maanden. Dit betekent dat de uitzendkracht binnen 3 maanden na het einde van het dienstverband, het verzoek moet doen. Doet de uitzendkracht dit na 3 maanden? Dan is de uitzendorganisatie niet meer verplicht om te betalen.

Vanaf 1-4-2023 wordt deze periode langer. Als de uitzendorganisatie de transitievergoeding na 1 januari 2023 niet heeft uitbetaald, kan de uitzendkracht binnen 12 maanden na de dag waarop de uitzendovereenkomst geëindigd is, een verzoek tot betaling indienen bij de rechtbank en kan de uitzendorganisatie geen beroep doen op de vervaltermijn.

Inschaling

Bij de inschaling van je uitzendkrachten moet je vanaf 1 juli rekening houden met relevante werkervaring van de uitzendkracht. Ook als de inlener hier voor eigen personeel geen rekening mee houdt, moet dit voor de uitzendkracht wel.

Uitzendkrachten met relevante werkervaring kan je hierdoor niet meer inschalen in de onderste/laagste trede van een functieschaal. In de praktijk kan dit betekenen dat de eigen medewerkers van een inlener nadeliger worden ingeschaald dan de uitzendkracht.

Relevante werkervaring kan werkervaring zijn bij een andere werkgever. Je moet hierbij rekening houden met informatie over opleidingen, werkervaring en competenties die de uitzendkracht aangeeft te hebben.

Relevante werkervaring kan ook betekenen dat de uitzendkracht eerder bij dezelfde inlener heeft gewerkt of bij een inlener binnen hetzelfde cao-gebied in een nagenoeg gelijke functie. Dit wordt ook gezien als relevante werkervaring en dit moet je meenemen bij het inschalen van de uitzendkracht.

Heeft de uitzendkracht al eerder bij dezelfde inlener gewerkt of bij een inlener binnen hetzelfde cao-gebied in een nagenoeg gelijke functie? Dan moet de uitzendkracht in elk geval de eerdere inschaling ontvangen. Deze werkervaring wordt ook meegenomen in het toekennen van een tredeverhoging, tenzij er een onderbreking is geweest van meer dan negen maanden (negen maanden + 1 dag). Is de onderbreking niet meer dan negen maanden geweest? Dan krijgt de uitzendkracht een tredeverhoging alsof er geen onderbreking is geweest.

De uitzendkracht mag uitleg vragen bij de uitzendorganisatie over de manier van inschalen. De uitzendorganisatie is verplicht hieraan mee te werken.

Rechtspositie

Werkt jouw uitzendkracht telkens bij dezelfde inlener? Dan is het vanaf 1 juli 2023 alleen nog mogelijk om bij opvolgende uitzendovereenkomsten (met en zonder uitzendbeding) bij dezelfde inlener, uitzendovereenkomsten aan te gaan met een minimale duur van vier weken.

Wet Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd

De Wet Werken na de AOW-gerechtige leeftijd wijzigt per 1 juli 2023. De periode van loondoorbetaling bij ziekte voor werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd gaat naar 6 weken. Nu is dat nog 13 weken. Er geldt hierbij een overgangsrecht. Als de AOW’er al ziek was vóór 1 juli 2023, dan blijft de doorbetalingsperiode van 13 weken gelden. Als de AOW’er ziekt wordt op of na 1 juli 2023, dan geldt de 6 weken termijn. Ook hierbij geldt als er tussen de ziekteperiodes minder dan 4 weken zit, dat dit gezien wordt als één ziekteperiode.