Loonbetaling bij ziekte

Ziek zijn. Het is als een ongewenst bezoek; het komt altijd ongelegen en blijft langer dan je zou willen. Herkenbaar? Het overkomt ons helaas allemaal. De een is voor een langere tijd ziek, de ander misschien maar voor een paar dagen. Hoe dan ook, het blijft vervelend. Een flexkracht kan natuurlijk ook ziek worden. In dat geval is het belangrijk dat je weet wat je moet doen. Er zijn namelijk verschillende wetten en regels als het gaat om ziekte bij flexkrachten. Bijvoorbeeld over de uitbetaling van loon bij ziekte. Over dat laatste leggen we meer uit in de onderstaande video.

Wanneer een flexkracht een uitzendovereenkomst heeft en nog in dienst is bij het uitzend- of detacheringsbureau, dan bestaat er recht op loon bij ziekte zolang de overeenkomst duurt. De duur wordt meestal vastgelegd in de overeenkomst door het toevoegen van een einddatum. Als de flexkracht ziek uit dienst gaat, krijgt de flexkracht de Ziektewetuitkering van het UWV of van het uitzend- of detacheringsbureau als deze ERD is.

Voor flexkrachten met een contract voor onbepaalde tijd geldt dat het uitzend- of detacheringsbureau verplicht is het loon tijdens ziekte door te betalen, maar niet oneindig; na twee jaar ziekte kan een ontslagvergunning worden aangevraagd. Is de werknemer daarna nog steeds arbeidsongeschikt, dan komt hij of zij in aanmerking voor een WIA-uitkering als deze minimaal 35% arbeidsongeschikt is. Krijgt de flexkracht geen WIA-uitkering? Dan kan die een WW-uitkering aanvragen of een nieuwe baan zoeken.

Er is geen verschil tussen uitzendovereenkomsten met of zonder uitzendbeding bij het doorbetalen van loon bij ziekte. In het eerste jaar ontvangt een zieke flexkracht 90% van zijn vastgestelde loon en 80% in het tweede jaar. Dit geldt voor zolang de ziekte duurt tot maximaal twee jaar. Het wettelijke minimumloon is alleen het eerste jaar een ondergrens.