Flexbranche
Inlenersbeloning
10 elementen
De inlenersbeloning, wie in Uitzendland kent hem niet. Het is al jaren een begrip in de branche, maar toch verandert er nog regelmatig wat. Zo komen er steeds meer elementen bij. Ondertussen zijn het er 10. Weet jij ze zo op te noemen uit je hoofd? De inlenersbeloning is wettelijk vastgesteld om het verschil tussen eigen werknemers en flexwerkers tegen te gaan. Elk uitzendbureau is verplicht om de inlenersbeloning vanaf de eerste werkdag van de flexwerker toe te passen.
Voordat we het over de inhoud van de inlenersbeloning gaan hebben, eerst even een geschiedenis les.
Uitzenden is iets wat we al jaren doen. In 1960 startte Frits Goldschmeding het welbekende uitzendbureau Randstad en in 1961 werd de eerste overkoepelende organisatie opgericht: de Algemene Bond Uitzendondernemingen, oftewel ABU. In de jaren '60 en tot lang daarna bestond er nog geen inlenersbeloning in Uitzendland en dit had de nodige gevolgen.
Zoals je weet is uitzenden een manier waarop uitzendbureaus werknemers en werkgevers samenbrengen. Toch is het niet altijd zo mooi geweest als het lijkt. Voor lange tijd bestond de inlenersbeloning niet en bestond de branche vooral uit zogenoemde 'cowboys'. Deze 'cowboys' waren uitzendbureaus die niet perse het beste voorhadden met hun uitzendkrachten. Zij hielden bij het uitzenden van personeel vaak alleen rekening met het Wettelijk Minimumloon (WML). Wie je ook was en waar je ook vandaan kwam, iedereen werd ingeschaald in de loonschalen van de ABU. Zo ontstond er een hoop onrust tussen de eigen medewerkers van de inlener en de uitzendkrachten. Veel uitzendkrachten kwamen erachter dat ze een lagere beloning kregen dan de eigen werknemers van de inlener die exact hetzelfde werk deden. Je kan je voorstellen dat deze uitzendkrachten hier niet blij mee waren, en terecht. De partijen binnen Uitzendland kwamen tot de conclusie dat dit zo niet langer kon. Om de ongelijkheid tegen te gaan, is de Waadi in het leven geroepen. Sinds de invoering van deze wet zijn de cowboys niet meer toegestaan in Nederland en is de rust tussen de uitzendkrachten en de eigen medewerkers van de inlener teruggekeerd.
Als een flexkracht aan het werk gaat bij de klant moet er dus worden gekeken naar de arbeidsvoorwaarden die gelden voor de flexkracht. Een flexkracht valt onder de CAO voor Uitzendkrachten en de arbeidsvoorwaarden die hierin staan benoemd, zijn van toepassing op de flexkracht. Uitzenden is uitzenden niet, als er geen uitzondering bestaat. Er moeten namelijk ook een aantal arbeidsvoorwaarden worden gevolgd vanuit de klant, oftewel de inlenersbeloning.
De arbeidsvoorwaarden van een flexwerker worden bepaald aan de hand van wat het personeel in soort gelijke functies verdient. Dit betekent dat de arbeidsvoorwaarden worden bepaald zoals in de cao van de inlener of in eigen regeling van de inlener. De meeste klanten volgen een cao, maar het kan ook zijn dat een klant een eigen regeling heeft beschreven. Dit houdt in dat de klant geen cao volgt, maar zelf de arbeidsvoorwaarden voor het personeel heeft vastgelegd, rekening houdend met de arbeidswetgeving. Het is mogelijk dat een flexwerker per inlener anders wordt beloond.
Artikel 8 uit de Waadi beschrijft de beloningsregels voor flexwerkers. Hierin staat beschreven dat een flexwerker hetzelfde salaris verdient en ontvangt als de werknemers die in loondienst zijn bij de inlener (gelijk werk = gelijk loon). De inlenersbeloning is wettelijk vastgesteld om het verschil tussen eigen werknemers en flexwerkers tegen te gaan. Elk uitzendbureau is verplicht om de inlenersbeloning vanaf de eerste werkdag van de flexwerker toe te passen.
De inlenersbeloning geldt voor alle flexwerkers, behalve voor flexwerkers die onder de allocatiegroep vallen. In de CAO voor Uitzendkrachten staat welke 10 elementen van de inlenersbeloning je moet toepassen.
De tien elementen van de inlenersbeloning zijn:
E-learning demo
Ben jij benieuwd naar de e-learning omgeving van Shaer? Vraag snel de gratis e-learning demo aan en maak direct kennis onze innovatieve leeroplossingen.